Het belang van goede ventilatie en de getroffen voorzorgsmaatregelen vanwege Covid

Invoering

In deze notitie wordt ingegaan op de voorzorgsmaatregelen die vanwege Covid zijn getroffen op de eigendommen in het Apollo Healthcare Property Fund, daarnaast worden de ventilatiesystemen besproken. De portefeuille van het fonds bestaat uit verpleegcomplexen, gezondheidscentra en beschermd wonen complexen in Nederland. De maatregelen ter bescherming van bewoners, gebruikers en bezoekers van de objecten zijn in te delen in twee groepen:

  1. Overheidsmaatregelen, waaronder hygiëne (“handen wassen”), anderhalve meter afstand houden (“sociale afstand nemen”) en verplichte maskers op openbare plaatsen.
  2. Gebouwspecifieke maatregelen, vooral met betrekking tot het gebruik van gemeenschappelijke (verkeers) ruimtes en (ventilatie) installaties. In zowel de eerste als de tweede golf zijn overheidsmaatregelen genomen en aangescherpt om het verontreinigingsniveau te verminderen. Bouwspecifieke maatregelen vallen onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het onroerend goed. Voor alle objecten in de portefeuille heeft MVGM (vastgoedbeheerder) een analyse uitgevoerd of de constructie (indeling van het gebouw en bereikbaarheid van het gebouw) en de installaties (ventilatiesystemen) voldoende zijn om het risico op besmetting te verkleinen.

Analyse

Het risico van de eigendommen wordt beoordeeld aan de hand van de richtlijnen van het RIVM (Rijksinstituut voor Gezondheid en Milieu) en REHVA (Federatie van Europese Vereniging voor Verwarming, Ventilatie en Airconditioning). Het RIVM heeft aangegeven het contact in gemeenschappelijke ruimtes te beperken. Tijdens de eerste Covid-19 golf heeft de REHVA onderzocht in hoeverre verschillende ventilatiesystemen kunnen bijdragen aan de overdracht van het virus. Het is vastgesteld dat als de systemen regelmatig worden onderhouden, de kans verwaarloosbaar is dat het virus zich via ventilatiesystemen kan verspreiden. Dit is niet het geval bij gebruik van een directe luchtbron (zoals mobiele airco’s en ventilatoren) of een recirculatiesysteem zonder filtering. Dit laatste wordt niet toegepast in onze eigendommen. Overzicht van de eigendommen in de portefeuille:

Op basis van de volgende punten is het risico op besmetting in de gemeenschappelijke ruimtes beperkt:

  • De ventilatiesystemen in de gebouwen zuigen lucht van binnenuit en blazen frisse lucht aan. Er is geen recirculatie binnen het gebouw. Bovendien kan de hoeveelheid frisse lucht worden verhoogd. In onze panden is de ventilatiegraad hoger dan in de bouwvoorschriften is voorgeschreven.
  • Op al onze ventilatiesystemen zijn onderhoudscontracten van kracht, die zijn uitgevoerd door MVGM of de huurder en die jaarlijks door MVGM worden gecontroleerd op implementatie. De laatste keer dat deze zijn gecontroleerd, was in augustus/september 2020. Tijdens de controles worden onder andere filters vervangen.
  • Bij de complexen in het segment “Begeleid wonen” hebben we de gemeenschappelijke ruimte tijdelijk gesloten.
  • In alle complexen is desinfectievloeistof beschikbaar voor bewoners en bezoekers (geleverd door MVGM in het segment “Begeleid wonen” en door de huurders in de andere segmenten). Bij de panden Geerdinksweg, Louis Pasteurstraat en Boerhaavelaan zijn de installaties iets hoger geplaatst om de doorstroming van verse lucht te vergroten. Op het Wendakkercomplex wordt het versnellen van de verversingssnelheid onderzocht en of dit nadelige gevolgen heeft voor de bewoners en hun leefomgeving. Bij de complexen Marconistraat, Zweringweg, De La Reyweg en Maanstraat is direct contact geweest met huurders om informatie te verstrekken over deze mogelijkheid.

In de media is besproken om liftdeuren langer open te laten staan ​​als er geen of onvoldoende ventilatie mogelijkheden zijn. Er zijn een aantal problemen die ventilatie in liften bemoeilijken:

  • De liftdeuren maken deel uit van een brandcompartiment;
  • De fabricagestandaard schrijft het voor.

Deuren mogen open blijven staan, mits ze de brandveiligheid niet verstoren. Indien een lift onderdeel uitmaakt van de brandcompartimentering, dienen de deuren te allen tijde in ruststand te sluiten. Zodra het mogelijk is om de deuren na de laatste stop open te laten, omdat ze niet tot bovenstaande behoren, moeten de liftdeuren minimaal 20 minuten open staan ​​om verspreiding te voorkomen. De effectiviteit hiervan wordt verminderd zodra de lift door een nieuwe bezoeker in gebruik wordt genomen doordat de deuren weer sluiten en de benodigde tijd niet gehaald wordt. Productienormen EN 81-1, 1986 en EN 81-1, 1998 schrijven voor dat automatische deuren moeten worden gesloten. Hoe lang een deur open mag blijven staat niet in de norm. In een verpleeghuis staat de deur meestal wat langer open om mensen die slecht ter been zijn de mogelijkheid te geven om verantwoord in te stappen. In de lift zit meestal een knop ‘deur sluiten’ zodat het verplegende personeel de deuren indien mogelijk eerder kan sluiten. Het resultaat is dat hun werk minimaal wordt vertraagd.

Bij het pand Mw. Van Wieringenplein, waar de liften veel worden gebruikt, is daarom gekozen voor een hogere reinigingsfrequentie aan de binnenkant van de lift, omdat dit effectiever is dan het verlengen van de openingstijd van de lift. Op het complex Louis Pasteurstraat wordt de vrijgekomen ruimte ter beschikking gesteld aan de huisartsen om het Covid-19 spreekuur via een aparte ingang van het complex te verzorgen.

Wij verwachten dat deze notitie u een goed beeld heeft gegeven van wat wij als beheerder doen om de verspreiding van COVID in onze panden tegen te gaan.